vrijdag 30 maart 2012

Boekverslag periode 3 "Hersenschimmen" J.Bernlef

Weblog opdracht periode 3, Jorik Huisman V4A
Voor mijn weblog van periode 3 heb ik het boek “Hersenschimmen” van J.Bernlef gelezen. Ik zal het boek eerst kort samenvatten:
Hersenschimmen gaat over Maarten Klein. Zijn vrouw heet Vera. Ze zijn Nederlandse migranten die een aantal jaren na de oorlog naar Amerika zijn verhuisd. Ze wonen in een oud huis vlakbij de kust. Ze hebben ook een hond. Hij heet Robert. In het begin van het verhaal merkt Maarten dat hij steeds vaker dingen vergeet. Hij weet bijvoorbeeld niet meer dat hij de hond net heeft uitgelaten of welke dag van de week het is. Totdat hij een keer Robert aan het uitlaten is en hem kwijtraakt, omdat hij vergeten is dat hij hem aan het uitlaten was. Vera vindt hem uiteindelijk met de auto. Ze is hierdoor ongerust geworden en laat een dokter komen. Van de dokter moeten ze naar oude foto’s kijken om zijn geheugen beter te maken en mag hij het huis niet meer uit. Daarna gaat het steeds slechter met zijn geheugen. Hij doet hele rare dingen, doordat hij steeds vergeet waar hij mee bezig is. Het gaat steeds slechter totdat hij geen idee meer heeft wat er om hem heen gebeurt en naar een inrichting gaat. Daar eindigt het verhaal, omdat hij niet meer normaal kan denken.
Dit verhaal is vanuit een vertellend ik-perspectief geschreven. Je weet alles van wat Maarten doet en denkt. Dat weet je niet van de andere personages in het boek. Omdat Maarten lang niet alles meekrijgt wat er om zich heen gebeurt, wordt je er soms door verrast. Dat je niet precies weet wat er gebeurd levert vooral kritische spanning op, omdat je benieuwd bent wat ze met hem gaan doen. Maarten vertelt of denkt soms ook meerdere keren op een bladzijde dezelfde dingen, omdat hij alweer vergeten is wat hij gedaan heeft. Dat levert ook kritische spanning op, omdat je als lezer dingen weet die Maarten niet weet.
Het decor levert in dit verhaal weinig spanning op. Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in zijn huis. Alleen als hij een wandeling gaat maken geeft het een lichte spanning.
De tijdsstructuur geeft vooral spanning in de vorm van flashbacks. Maarten denkt vaak aan zijn jeugd en dingen uit de oorlog, omdat die herinneringen hem goed zijn bijgebleven. Soms denkt hij ook tijdens een flashback dat zijn ouders nog leven, wat emotionele spanning geeft. Het eigenlijke verhaal verloopt wel chronologisch.
De spanning in het boek bouwt zich langzaam op, naarmate zijn Alzheimer erger wordt. Ik noem het Alzheimer, maar nergens in het boek staat letterlijk dat hij Alzheimer heeft. Ook hoe verder je in het boek komt, hoe minder makkelijk het leest, want op een gegeven moment begint hij in een soort telegramstijl te denken, omdat hij niet meer goed in de gaten heeft wat er om zich heen gebeurt.


Een paar passages die mij opvielen:
‘Waar blijven de kinderen toch?’ ‘De kinderen? Waar zouden die anders zijn dan in Nederland?’ ‘Nee, ik bedoel die van hier.’ Ik wijs naar buiten. ‘De kinderen van Cheever, van Robbins en Toms Richard.’ ‘Maar Maarten, het is zondag vandaag. Kom, je thee wordt koud. Dat ik dat vergeten was. En thee? Ik zou toch zweren dat het ochtend was. Maar nu ik door het andere raam in de richting van de zee kijk zie ik wel dat het later moet zijn.
In dit stukje merkt hij voor het eerst dat zijn geheugen rare dingen doet, maar Maarten doet het af als ouderdomsverschijnsel, maar het wekt kritische spanning op.
Ik ga achter mijn bord pap zitten en kauw demonstratief. Nu zegt ze natuurlijk zo direct: zit niet zo met lange tanden te eten. ‘Is pappa al naar kantoor?’ ‘Maarten, ik ben het, Vera!’ ‘Je moet niet zo tegen me schreeuwen.’ Ze verbergt haar gezicht in haar handen. Waarom is ze nu opeens zo opgewonden? Waarom huilt ze zo hartverscheurend?
In dit stukje begint het al echt serieuze Alzheimer te worden, omdat hij het verleden en het nu door elkaar haalt.
Wel handen maar eenmaal uit het blikveld knappen ze af… vallen ze weg… eenmaal uit het gezicht voelt hij ze ook niet meer… loodzwaar ben ik… loodzwaar van niks.
Is het leven terug?... maar waar is zo iets gebleven… is er wel zo iets?... of was gewoon alles inbeelding van het hoofd?... hersenschimmen?
In dit stukje zit hij al in de inrichting en herkent hij niemand meer. Soms praat het over zichzelf in de 3e persoon, in telegramstijd, alsof hij buiten zijn lichaam staat.
Link naar samenvatting en informatie over de schrijver: http://www.boekverslag.nl/Verslag/Hersenschimmen/